Dialoog
Herman de Vries is voor het eerst in Bosnië. Hij is net aangekomen op het vliegveld in de hoofdstad. Nadat hij zijn bagage naar zijn hotel gebracht heeft, gaat hij de stad verkennen. Hij raakt echter al snel verdwaald en hij besluit iemand om hulp te vragen.
Herman de Vries is voor het eerst in Bosnië. Hij is net aangekomen op het vliegveld in de hoofdstad. Nadat hij zijn bagage naar zijn hotel gebracht heeft, gaat hij de stad verkennen. Hij raakt echter al snel verdwaald en hij besluit iemand om hulp te vragen.
Herman: Goedendag, kunt u mij helpen? Bogdan: Zeker, waarmee kan ik u van dienst zijn? Herman: Ik ben voor het eerst hier in de hoofdstad, en ik ben de weg kwijtgeraakt. Zou u mij de weg terug naar mijn hotel kunnen wijzen? Dit is het adres. Bogdan: Dat hotel ken ik wel. Dat ligt in het centrum van de stad. Toevallig moet ik ook die kant op. Zal ik met u meelopen? Herman: Ja, graag. Bogdan: Laat ik me voorstellen, mijn naam is Bogdan Ivanovic. Herman: Aangenaam kennis te maken, mijn naam is Herman de Vries. Bogdan: Waar komt u vandaan? Uit Duitsland? Herman: Ik ben Nederlander. Bogdan: Ik was net onderweg naar mijn werk. Ik werk als manager in een warenhuis in het centrum. Bent u hier als toerist of voor zaken? Herman: Ik ben hier in principe voor zaken. Ik werk als vertegenwoordiger voor een bouwbedrijf. Wij leveren bouwmaterialen aan verschillende bedrijven in dit land. Morgen heb ik een bespreking met een aantal zakenpartners. Maar ik hoop ook wat van het land te kunnen zien. Bogdan: U spreekt goed Bosnisch voor een buitenlander. Herman: Bedankt voor het compliment, ik vind het belangrijk om iets van de taal te spreken wanneer ik in het buitenland ben. Bogdan: Nu zijn we weer bij uw hotel. Herman: Heel erg bedankt voor uw hulp. Bogdan: Graag gedaan. Tot ziens. Herman: Tot ziens.
|
Herman: Goedendag, kunt u mij helpen? Bogdan: Zeker, waarmee kan ik u van dienst zijn? Herman: Ik ben voor het eerst hier in de hoofdstad, en ik ben de weg kwijtgeraakt. Zou u mij de weg terug naar mijn hotel kunnen wijzen? Dit is het adres. Bogdan: Dat hotel ken ik wel. Dat ligt in het centrum van de stad. Toevallig moet ik ook die kant op. Zal ik met u meelopen? Herman: Ja, graag. Bogdan: Laat ik me voorstellen, mijn naam is Bogdan Ivanovic. Herman: Aangenaam kennis te maken, mijn naam is Herman de Vries. Bogdan: Waar komt u vandaan? Uit Duitsland? Herman: Ik ben Nederlander. Bogdan: Ik was net onderweg naar mijn werk. Ik werk als manager in een warenhuis in het centrum. Bent u hier als toerist of voor zaken? Herman: Ik ben hier in principe voor zaken. Ik werk als vertegenwoordiger voor een bouwbedrijf. Wij leveren bouwmaterialen aan verschillende bedrijven in dit land. Morgen heb ik een bespreking met een aantal zakenpartners. Maar ik hoop ook wat van het land te kunnen zien. Bogdan: U spreekt goed Bosnisch voor een buitenlander. Herman: Bedankt voor het compliment, ik vind het belangrijk om iets van de taal te spreken wanneer ik in het buitenland ben. Bogdan: Nu zijn we weer bij uw hotel. Herman: Heel erg bedankt voor uw hulp. Bogdan: Graag gedaan. Tot ziens. Herman: Tot ziens. |
"Noe sleit God ten duvel doed!
Nu slaat God de duivel dood!
"